Spring naar content

Hoe een tijdelijke D-ZEP-opname van één cliënt de werkwijze van een heel Visio-team deed veranderen

In de zomer van 2023 klopten medewerkers van Visio, een expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen aan bij Expertisecentrum D-ZEP (dementie en zeer ernstig probleemgedrag) van Zorggroep Elde Maasduinen (ZGEM). Eén van hun cliënten vertoonde al erg lang complex gedrag. Na het delen van de benodigde informatie en overleg werd de keuze gemaakt om mevrouw tijdelijk op te nemen op de afdeling kortdurende behandeling van Expertisecentrum D-ZEP. Met Cindy (EVV-er bij Visio), Henny (teamcoach bij Visio), Mark (locatiemanager bij Visio), Erna (maatschappelijk werker/cliëntadviseur bij ZGEM) en Corine (EVV-er bij ZGEM) blikken we nu, een aantal maanden later, terug op de tijdelijke overplaatsing.

Erna: Hoe kwamen jullie bij Expertisecentrum D-ZEP terecht?

“Mevrouw haar complex gedrag begon al in 2015. We hebben in de afgelopen jaren alles uit de kast getrokken, maar de waanbeelden, het roepgedrag, de angst en het verdriet bleven opstapelen. Mevrouw wilde zo niet meer doorleven. We, en ook de verpleegkundige, specialist ouderengeneeskunde en psycholoog, hadden alle trucen al uit de doos getrokken. Ook GGZ is betrokken geweest. We hadden geen tools meer om ermee om te gaan. En dat frustreerde ons.”, vertelt Cindy. “Op een gegeven moment was het voor niemand een houdbare situatie meer. Ook medebewoners begonnen steeds meer hinder eraan te ondervinden. Uiteindelijk kwam de specialist ouderengeneeskunde met het idee om Expertisecentrum D-ZEP te raadplegen. We vroegen ons eerlijk gezegd zelfs af of ze ook daar überhaupt nog iets voor mevrouw konden doen.”

Erna: Hoe startte de behandeling bij Expertisecentrum D-ZEP?

Corine begint te vertellen: “Als iemand binnenkomt observeren we veel. Waar reageert ze op? Wanneer vinden de momenten van onrust plaats? Wat ging eraan vooraf? Wat heb ik daar als medewerker aan bijgedragen? Bij D-ZEP cliënten zorgt overprikkeling in combinatie met het ziektebeeld vaak voor het complexe gedrag. Daarnaast betrekken we dan meerdere disciplines en communiceren we goed met het hele team. De dag-/ avonddienst moet immers dezelfde benadering uitdragen als de nachtdienst. In de basis gaat het om een kortdurende behandeling en werken toe naar een terugplaatsing na een aantal maanden.”

Erna: Hoe was dat voor jullie, van Visio? Vind er tussentijds contact plaats?

“Zeker, we zijn nauw betrokken geweest.”, vertelt Cindy. “We gingen ook regelmatig op bezoek.” “Dat was nog wel wat, de eerste keer. Ik stapte gewoon de afdeling binnen. Precies zoals ik bij Visio ook gewend ben om te doen. Dat liep even anders.” Henny vult aan: “Ja, dat had ik ook. Nu weet je hoe het werkt, maar op zo’n moment weet je niet beter.” Het zit namelijk zo: bij de D-ZEP afdelingen werken we met een bezoekregeling. Van te voren vragen we bezoek aan te kondigen middels een afspraak en ook bij het betreden van de afdeling moet men zich eerst even melden, zodat bezoek gereguleerd de afdeling binnen komt. Alles om prikkels te reguleren. “Toen we dat eenmaal door hadden gingen we geregeld, op afspraak, op bezoek. Veel collega’s wilden graag ook op bezoek gaan, zeker richting de terugplaatsing. Wat doen ze daar toch anders? We wilden het allemaal even meemaken.”

“Aan het einde was er ook een warme overdracht. Als medewerkers van Visio hebben we een zorgmoment meegedraaid. EVV-er Corine en psycholoog Anne hebben ook nog uitleg gegeven aan ons en de naasten van mevrouw. Veel collega’s waren aangesloten en zagen dit als heel waardevol.”

Erna: Goed om te horen. Wat hebben jullie als medewerkers van Visio geleerd van de bezoeken en gesprekken?

Henny steekt van wal: “Ik ben me bewust geworden van veel zaken waar ik van te voren nooit bij had stilgestaan. Bijvoorbeeld hoe we hier bij Visio ons zingend over de gang verplaatsen, lekker druk. Zeker met een doelgroep die visueel beperkt is, ben je snel geneigd erg verbaal te worden. Ik realiseerde me: mevrouw is helemaal overprikkeld en dat hebben we zelf gedaan. Op de D-ZEP afdeling zag ik mensen minutenlang rondjes lopen of simpelweg een blaadje weer optillen en neerleggen.

Wat we ook hebben veranderd: in de zaal en bij activiteiten zetten we voorheen iedereen aan één grote tafel. Muziek, zingen, veel groepsactiviteiten, je kent het wel. We hebben er echt veel van geleerd: tafels staan nu in groepjes opgesteld. En mevrouw draagt in zulke gelegenheden bijvoorbeeld een noise cancelling koptelefoon en zit vaak rustig aan een tafel apart.” “Soms vinden collega’s dat nog wel lastig. We zijn zo geneigd om ze er gezellig bij te zetten, mevrouw vijftien keuzes te geven voor de maaltijd in plaats van twee, dat patroon zit erin, maar we weten nu dat het voor mevrouw zelf zo fijner is.”

Corine vult aan: “We kijken inderdaad minder vanuit wat we zelf denken wat leuk en gezellig is. We begeleiden cliënt veel meer individueel in plaats van met groepsactiviteiten. Geen grote gebaren, maar kleine oprechte aandacht.” Henny: “We hebben zaken echt afgeschaald. Ook de uitgeleide doen we niet meer met z’n allen, maar alleen met de direct betrokkenen. We merken dat we daarmee veel onrust voorkomen.”

Erna: Hoe gaat het nu, een aantal maanden na de terugplaatsing met mevrouw?

Cindy vertelt tevreden: ik vind haar verbeterd in de drie maanden bij Expertisecentrum D-ZEP. Bij ons zijn er natuurlijk wel van nature wat meer prikkels dan op de D-ZEP-afdeling, dus ze is iets teruggezakt, maar dagen en nachten gaan goed. En dat terwijl nachten voorheen echt een probleem waren. Ze slaapt heerlijk en wordt daardoor uitgeruster en vriendelijker wakker. Aan het einde van de dag is er regelmatig wel weer wat meer onrust door de opgebouwde prikkels. We kijken in het team ook echt anders: wanneer mevrouw weer meer onrust vertoont, gaan we terug naar de tekentafel. Hebben we zelf het signaleringsplan en benaderingsplan wat laten verslappen? Wat van ons eigen gedrag heeft invloed gehad op deze onrust? En we voelen ook echt ruimte om elkaar erop aan te spreken. Het is een fijne werkomgeving. Als we het dan weer aanscherpen, merken we direct verbetering, zo zie je dat het echt terug te leiden is naar wat wij doen.” Henny: “Ze heeft sindsdien niet meer gezegd ‘als het zo moet, hoeft het van mij niet meer’. En dat is toch wel heel mooi.”

“Wat dat betreft zou ik elke andere zorgprofessional een consultatie of indien nodig een tijdelijke opname van Expertisecentrum D-ZEP aanraden. Het zelf niet meer weten is geen zwakte, je mist gewoon nog een stukje kennis. Durf je kwetsbaar op te stellen en hulp te vragen.”, vertellen Cindy, Henny en Mark. “En als je de kennis eenmaal hebt, kun je die ook inzetten bij andere cliënten merken we. Zo kunnen we een opname van andere cliënten bij D-ZEP denk ik zelfs voorkomen.”